De weg

Interview in De Standaard, door Charlotte De Somviele. 

Choreograaf Piet Van Dycke heeft lak aan hokjes. Met zijn vernieuwende mix van dans, circus en acrobatie hebben België en Nederland er een publiekslieveling bij. ‘Trucjes interesseren me niet, wel de weg ernaartoe.’

De weg
De weg
De weg

Luttele seconden

Paasvakantie staat niet in het woordenboek van Piet Van Dycke (27). Deze week repeteert hij in Destelheide in Dworp met zijn ‘glorious bodies’ (tevens de titel van zijn nieuwe voorstelling), een groep circusartiesten tussen 53 en 67 jaar oud die nog steeds salto’s en handstand doen alsof ze lenige kippetjes zijn. Druk is het ook door de vele circusfestivals die straks de lente inluiden. Met het humoristische balansduet On point trekt Van Dycke naar Hopla! in Brussel, en tijdens het MAD-festival in Antwerpen speelt Exit met Park Spoor Noord als decor.

Zeker met die laatste voorstelling bewees Van Dycke, die eerder in deze krant ‘de beste acrobatische danser van zijn generatie’ werd genoemd, dat hij een blijver is. Op het eerste gezicht lijkt de installatie van Exit – een grijs appartementsgebouw met twee verdiepingen – nogal kleurloos. Tot de deuren beginnen te zweven en één van de muren verandert in een levensgroot balansbord waarvan de vier circusartiesten – gespecialiseerd in dansacrobatie, bascule en aerial straps – zich als aapjes laten afglijden. ‘Als we schoolvoorstellingen spelen, is dat steevast het moment waarop alle jongeren hun smartphone bovenhalen’,lacht Van Dycke. ‘Achteraf doen ze de choreografie na op de speelplaats en sturen ze ons filmpjes.’

In Exit moeten de acrobaten elkaar continu in evenwicht houden en dat is bijna een kwestie van leven of dood (of op z’n minst van blessure of geen blessure). Balanceert iemand zijn gewicht een tikkeltje te overmoedig, dan schiet de draaiende muur door en vliegt de hele groep tegen de grond. ‘Ik heb het stuk nu al zo’n tachtig keer gezien, maar de spanning blijft nog altijd even groot’, zegt Van Dycke. ‘Er kan zoveel fout gaan, soms hangt het af van enkele luttele seconden. Of een danser krijgt zoveel energie van het publiek dat hij een versnelling hoger schakelt, maar dan komt de rest in gevaar.’ Precies door die samenhorigheid is circus voor Van Dycke het ultieme medium. ‘Het gaat over verbondenheid, je bent van elkaar afhankelijk. Bij solodisciplines, zoals Chinese mast of trapeze, staat de verhouding tot het object centraal. Maar ik speel liever met de relatie tussen mensen. Bij elke voorstelling doe ik een uitgebreid vooronderzoek. Voor mij heeft het werk pas zin als er een persoonlijke connectie is en de groep zich ook buiten de repetities amuseert. De performers noemen me de bossman, maar ook papa Piet, omdat ik wil dat iedereen zich goed in zijn vel voelt.’(lacht)

Koorddansen

Net zoals Alexander Vantournhout staat Van Dycke met één been in de circuswereld en met het andere in de dans. Tussen zijn zesde en achttiende leerde hij de kneepjes van het vak in Circusatelier Salto in Tienen. Van Dycke begon er met koorddansen, kreeg de smaak voor trapeze en doek te pakken en eindigde bij partner- acrobatie. ‘De eerste les vond ik niet leuk, maar van mijn ouders moest ik het drie keer proberen. Later sloeg de vonk toch over, omdat je bij circus, anders dan bijcompetitiesporten als voetbal of basketbal, gewoon vrij kunt bewegen. Hard werken en plezier maken, gaan hand in hand. Dat is nog steeds mijn motto. ’Via Fabuleus, het Leuvense productiehuis voor jongeren, ontdekte Van Dycke ook zijn passie voor dans. ‘Op de circusschool leerden we vooral trucjes, maar de weg ernaartoe vond ik altijd interessanter. Van choreografe Karolien Verlinden leerde ik dat dans ook iets anders kan zijn dan de verhalende showdance uit So you think you can dance. Zij ging aan de slag met alledaagse handelingen. Ook in Exit is mijn grote inspiratiebron mijn straat in Leuven, waar ik met mijn vriend woon. Elke dag gaan mijn buren en ik samen de deur uit en komen ’s avonds weer thuis, maar toch blijven we vreemden. Delen we niet meer met elkaar dan we denken?’ Na zijn dansopleiding aan de Fontys Hogeschool in Tilburg maakte Van Dycke de omgekeerde beweging: hij richtte het gezelschap Circumstances op waarmee hij vooral samenwerkt met circusperformers. ‘Zij zijn het zo gewoon om zichzelf uit te dagen en binnen een bepaald kader alle limieten op te zoeken. Dansers zijn nogal braaf, zij krijgen mij als publiek zelden op het puntje van mijn stoel.’

Ratrace

Net zoals hij verschillende genres verweeft – van acrobatie tot dans, circus en slapstick – komt Van Dycke bij veel contexten en publieken thuis, ook in Nederland waar hij in 2021 de BNG Bank Dansprijs won. ‘Mijn gezelschap heet Circumstances omdat we telkens andere omstandigheden opzoeken: de éne keer spelen we in een klassiek theater, de andere keer in een schapenloods op het platteland of op locatie in de stad. We gebruiken verschillende circustechnieken, maken voorstellingen met jongeren én ouderen... Zo blijft het interessant voor mij en moet ik me als maker telkens heruitvinden.’

Wie de speellijst bekijkt, ziet dat het hard gaat voor Van Dycke. Volgend seizoen gaan er maar liefst drie voorstellingen in première: Glorious bodies met circusartiesten van boven de 50, Beyond the edge met jongeren bij Fabuleus en Foon, een project met zijn collectief dOFt (lees: dans of theater) dat hij mee oprichtte. Ook het buitenland lonkt. ‘Ik ben een yes man, dus soms blijft er weinig ademruimte over’, geeft Van Dycke toe. ‘Mijn agenda zit vol tot 2026. Die stabiliteit is leuk, maar evenzeer beangstigend. Over die ratrace van het leven gaat Exit ook. Toch blijf ik met mijn beide voeten op de grond, omdat ik weet hoe kwetsbaar kunst is. Je weet nooit hoe iets zal vallen. Maar zolang iedereen in mijn team blij is en erkenning krijgt voor zijn harde werk, ben ik gelukkig.’

De weg

ONTDEK MEER